De elektrificatie van Alteveer en Kerkenveld (1931)
De elektrificatie van Alteveer en Kerkenveld (1931)
Mandiêlig december 1998
Inleiding
Op zaterdag 26 oktober 1926 luidde een .bijeenkomst in de raadzaal van Zuidwolde het officiële begin op die dag in van de elektriciteitsvoorziening in onze gemeente. De buurtschappen Kerkenbosch, Steenbergen en Veeningen
hadden elektrisch licht! In een vorig nummer van Mandiêlig verhaalden we onder de kop "Zeventig jaar elektriciteit in Zuidwolde" van de uitvoerige voorbereidingen hiertoe en van de daarop volgende geschiedenis van het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf (GEB).
In desbetreffend artikel werd ook een overzicht verstrekt van de tijdstippen waarop de verschillende buurtschappen van elektriciteit werden voorzien. Ieder net kende zijn eigen historie rond de voorbereiding en de aanleg.
Een beknopt overzicht uit dit overzicht (Mandiêlig mei 1997)
De electriciteitsvoorziening in de buurtschappen
Na de totstandkoming van de eerste netten is voortdurend aan uitbreiding hiervan gewerkt. In onderstaand overzicht is aangegeven wanneer de verschillende buurtschappen in onze gemeente van electriciteit werden voorzien. Niet alle gegevens zijn exact meer te achterhalen.
1926 Steenbergen, Kerkenbosch, Wemmenhove, Veeningen (eerste aansluitingen gerealiseerd op 2 oktober 1926);
1930 Lubbinge en Ten Arlo (gereed 7 oktober 1930);
1930 Drogteropslagen, Linderveld, Vuileriete, Linde (per 1 november 1930 in gebruik genomen);
1931 Paardelanden en Schrapveen (gereed in 1931);
1931 Alteveer (hierin is door het GEB van de gemeente Hoogeveen voorzien, in welke gemeente op 21 oktober 1929 het electriciteitsnet in gebruik werd genomen);
1932 Bazuin, Drogt, Westerveld, Veeningerveld, Lageveen (gereed in 1932);
1932 Kerkenveld en Zandveld (met ingang van 15 januari 1932 stond er stroom op het net);
1935 Fort (gereed in 1935);
1939 Schottershuizen, Linde, Nolde, Rabbinge, Middelveen-oost met koppeling naar Linde op het net Drogteropslagen (gereed 27 mei 1939);
1940 De Weide, de Nijstad (per 1 november 1940 in gebruik genomen);
1945 Middelveen-west
1946 Moddergat
1950 Fort, Bloemberg, Pieperij (gereed februari 1950)
1950 De Slagen, het Oosterveld
In dit artikel worden Alteveer en Kerkenveld er uitgelicht.
Alteveer en Kerkenveld
De IJsselcentrale (IJC) in Zwolle leverde de stroom in onze regio. In 1922 koos de IJC in principe voor het kabeltraject Meppel-De WijkZuidwolde-Hoogeveen. De aanleg hiervan geschiedde alleen als de betrokken gemeenten besloten tot aansluiting. De buurtschappen Alteveer en Kerkenveld zaten op het vinkentouw. F. Kremer en zeventien mede-inwoners van Alteveer stuurden direct een adres aan de gemeenteraad. Ze hadden van de plannen van de IJC in de krant gelezen. Ze pleitten voor kabelaanleg langs de Doodijk (nu Oosterweg) en verder langs Alteveer naar Hoogeveen. Kerkenveld kon dan ook gemakkelijk worden voorzien, evenals de school in Kerkenvelden de beide scholen in Alteveer. Verder vreesden de adressanten dat het anders nog wel eens vele jaren zou kunnen duren alvorens de inwoners van Alteveer en Kerkenveld van elektrisch licht en kracht zouden kunnen profiteren. Alteveer lag tenslotte in twee gemeenten en welke gemeente zou een kabel op de grens der beide gemeenten aanleggen. Vanuit Kerkenveld pleitten J. Lubberink en consorten voor dezelfde zaak.
Maar zo vlot ging het niet. Allereerst duurde het nog tot 1926 alvorens de IJC de hoogspanningskabel van De Wijk naar het dorp Zuidwolde doortrok. Voor deze kabel moest onze gemeente jaarlijks f. 425 per kilometer betalen. Die
bijdrage hoefde niet langer betaald te worden zodra Hoogeveen zich ook aansloot bij de IJC. In hetzelfde jaar maakte de IJC na overleg de gemeente Zuidwolde duidelijk, dat indien de kabel ooit naar Hoogeveen zou worden
doorgetrokken, dit gebeuren zou langs de hoofdweg en niet langs de omweg van de Doodijk. Wanneer het gemeentebestuur de buurten Alteveer en Kerkenveld wilde elektrificeren dan moest dat voor rekening van de
gemeente door middel van een lichtere kabel langs de Doodijk naar een te bouwen transformatorhuisje te Alteveer-Kerkenveld gebeuren.
Het eerste exploitatieonderzoek voor Alteveer en Kerkenveld
Het uitgangspunt van de gemeente voor het al dan niet aanleggen van een net was, dat ieder net afzonderlijk rendabel moest zijn. Op 18 mei 1926 machtigde de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders een
exploitatie-onderzoek te laten doen voor elektrificatie van Alteveer en Kerkenveld. Een maand later hadden een aantal inwoners zich bereid verklaard licht af te nemen. Bij het exploitatie-onderzoek bleek echter, dat bij aansluiting
van deze percelen het net niet rendabel zou zijn. Er moesten nog een 25-tal geschikt liggende percelen bij komen. De belanghebbenden moesten eerst maar eens uitgebreidere lijsten overleggen. Overigens zouden ook de gemeente Hoogeveen en gedeputeerde staten moeten instemmen voor het deel van Alteveer dat in de gemeente Hoogeveen lag. De werving ging door.
Eind augustus 1926 waren 102 personen in Alteveer en Kerkenveld bereid hun percelen aan te sluiten. De gemeenteraad sprak als oordeel uit, dat elektrificatie van het oostelijk deel van onze gemeente slechts rendabel zou
zijn, wanneer Alteveer -Hoogeveen ook werd aangesloten. Dit was reden om aan het provinciaal bestuur vergunning te vragen voor aanleg van de nodige elektriciteitswerken in zowel Alteveer-Zuidwolde als in Alteveer-Hoogeveen.
Bijna een jaar later en wel in de raad van juni 1927 kwam deze aanvrage eerst weer aan de orde. Gedeputeerde Staten vonden dat Zuidwolde en Hoogeveen maar samen moesten proberen voor het Hoogeveens gedeelte van Alteveer een regeling tot stand te brengen.
Garantieverlening aan Hoogeveen
In samenhang met deze problematiek rond Alteveer kwam in de raadsvergadering van 14 juni 1927 een bijzondere zaak ter beslissing.
De voorzitter, burgemeester Tonckens, lichtte toe dat hem door de burgemeester van Hoogeveen was medegedeeld, dat voor de inwerkingstelling van de aldaar in aanleg zijn de waterleiding pompmachines nodig waren. Als drijfkracht voor die machines zou elektrische stroom gebezigd worden, te betrekken van de IJC. Deze maatschappij wilde de stroom leveren, mits de gemeente Hoogeveen een jaarlijkse afname van 100.000 kWh garandeerde. De pompmachines zouden jaarlijks 25.000 kWh gebruiken, dus bleef er nog 75.000 kWh over. Naar alle waarschijnlijkheid waren er meerdere bedrijven in Hoogeveen die stroom wilden afnemen, doch het was niet zeker dat - vooral in de eerste jaren - het vereiste aantal kWh bereikt zou worden. Indien nu de gemeenten Zuidwolde en De Wijk zich garant stelden voor de te weinig gebruikte kWh, zou Hoogeveen wellicht overgaan tot het verbruiken van elektrische stroom van de IJC. Het voordeel dat hieruit voor de gemeente Zuidwolde voortvloeide was, dat de bijdrage voor de eerder genoemde hoogspanningskabel De Wijk - Zuidwolde dan niet meer behoefde te worden betaald. Tot het jaar 1933 betekende dit voor Zuidwolde dan een jaarlijkse meevaller van ruim f. 2.000. Burgemeester en wethouders stelden daarom voor in beginsel het idee van de burgemeester van Hoogeveen te volgen.
Het raadslid Van den Hof (uit Kerkenveld) deed nog het voorstel om aan die inwilliging de voorwaarde te verbinden, dat de door Zuidwolde gevraagde concessie voor elektrificatie van Hoogeveens Alteveer tot stand zou komen.
Burgemeester Tonckens zei ook wel op die gedachte te zijn gekomen, maar voelde niets voor bijvoeging van nadere voorwaarden. De raadsleden stemden allen met dit laatste in.
Elektrificatie in Hoogeveen
Buurgemeente Hoogeveen aarzelde nogal om tot elektrificatie van haar grondgebied over te gaan. De belangrijkste oorzaak hiervan was, dat het gemeentebestuur vreesde dat een dergelijke stap klantenverlies voor de gemeentelijke gasfabriek zou opleveren. Eerst eind 1928 besloot de gemeenteraad van Hoogeveen tot elektrificatie over te gaan. In het jaar daarop trok de IJC de hoogspanningskabel van Zuidwolde langs de oude weg naar Hoogeveen door. In Hoogeveen werden de eerste netten aangelegd. Op 21 oktober 1929 ging bij de Hoogeveners het licht op.
Eerste concessieaanvrage door Hoogeveen
Uit de raadsnotulen van onze gemeente van 26 juli 1929 blijkt, dat de gemeente Hoogeveen aan gedeputeerde staten vergunning vroeg voor de leverantie van elektriciteit binnen onze gemeente en wel voor Alteveer en
Kerkenveld. Burgemeester en wethouders van onze gemeente hadden geen bezwaren, maar wilden het recht voorbehouden om na tien jaar het net binnen de gemeente Zuidwolde tegen taxatieprijs over te nemen. In dezelfde
vergadering kwam ter sprake dat voor Alteveer hetzelfde tarief als in Hoogeveen zou gelden.
Voor Kerkenveld kwam daarboven nog een vastrecht van f. 18,75 per jaar. Verder werden in Kerkenveld alleen de gunstig gelegen percelen aangesloten. Bij de raadsleden ging de vrees ontstaan dat de overige percelen in die
buurtschap dan nooit zouden worden aangesloten. Dat was mee reden om Kerkenveld vooreerst in het elektrificatieplan Drogteropslagen-Vuile Riete op te nemen. Dit laatste werd aan gedeputeerde staten bericht. Het provinciaal bestuur besliste hierna dat de door de gemeente Hoogeveen gevraagde vergunning 'met het oog op de ingebrachte bezwaren' niet kon worden verleend.
Tweede concessieaanvrage door Hoogeveen
Aan het nieuwe plan voor Kerkenveld werkte men verder. De IJC stelde hiernaar een onderzoek in. Daaruit bleek dat aansluiting vanuit Drogteropslagen duurder zou uitpakken dan de in voorbereiding zijnde exploitatie vanuit Hoogeveen.
In hun vergadering van 23 augustus 1929 stemden de raadsleden dan ook in met een verlening van een vergunning aan Hoogeveen om Alteveer en Kerkenveld van elektrische stroom te voorzien. Op 9 september 1929 berichtte ons gemeentebestuur aan Hoogeveen, dat Zuidwolde instemde mits Hoogeveen ermee akkoord ging dat het net te zijner tijd kon worden overgenomen.
Buurgemeente Hoogeveen vroeg daarop opnieuw een vergunning aan bij gedeputeerde staten. Dezen legden de aanvrage om 'bericht en raad' voor aan de gemeente Zuidwolde. Burgemeester en wethouders van onze gemeente
antwoordden dat zij geen bezwaren hadden, mits de vergunningverlening geschiedde onder de voorwaarde van wederopzegging.
Op 8 oktober 1929 verleenden gedeputeerde staten de vergunning met de conditie "tot wederopzegging".
De aansluiting van Alteveer
Op basis van deze vergunning sloot de gemeente Hoogeveen in 1931 de percelen in Alteveer-Zuidwolde op haar elektriciteitsnet aan.
Zuidwolde betaalde een gedeelte van de straatverlichting. Om de drie paalvakken (120 m) kwam er een lantaarn met een lamp van veertig watt, op de kruispunten van zestig watt.
Het tweede exploitatieonderzoek voor Kerkenveld
In de raadsvergadering van 18 augustus 1931 kwam de elektrificatie van Kerkenbovenveen ( = Kerkenveld) opnieuw uitvoerig ter sprake.
Burgemeester en wethouders hadden weer een exploitatiebegroting voor deze buurtschap laten opmaken. Met de garantie, die de belanghebbenden aan de plaatselijke elektriciteitscommissie hadden opgegeven, becijferde de IJC
een tekort van f 823. Het gemeentebestuur ging er vanuit, dat zodra het net was aangelegd er wel meer aansluitingen tot stand zouden komen, waarmee het begrote tekort zou verdwijnen. Zo was het elders ook gegaan.
Het gemeentebestuur hield enige zitdagen te Kerkenveld. Op deze dagen konden de belanghebbenden hun gegarandeerd bedrag gestand doen op de officiële lijsten van het gemeentebestuur. Helaas, verschillende inwoners
kwamen niet opdagen. Dit hield weer in dat het geraamde verlies met f 427 toenam tot zelfs f 1.250. Dit werd al te gortig gevonden. Burgemeester en wethouders stelden dan ook voor de elektrificatie van Kerkenbovenveen voorlopig aan te houden. Hiertoe werd besloten.
Burgemeester Tonekens sprak de wens nog uit dat uitstel geen afstel zou blijken te zijn en dat de ingezetenen pogingen zouden doen tot totstandkoming van het net.
Het definitief besluit
Dat uitstel werd inderdaad geen afstel! Al in de vergadering van 1 september 1931 kon de voorzitter meedelen, dat in de plaats van de personen, die zich hadden teruggetrokken, anderen in de plaats waren gekomen. Het begrote tekort was hiermee teruggebracht tot f 894. Burgemeester en wethouders vertrouwden dat dit tekort door meerdere aansluitingen zou verminderen. Het college kreeg van de raad de opdracht het nodige te verrichten om tot
elektrificatie van Kerkenbovenveen te geraken. Drie weken later, op 22 september, stond het onderwerp weer op de raadsagenda. Voor de toekomst verwachtte men toen voor het net Kerkenveld een sluitende exploitatie. Mocht deze veronderstelling niet opgaan, dan zou het verlies gedekt kunnen worden uit de hiertoe toereikende winsten van het net Kerkenbosch.
In deze vergadering besloot de raad met algemene stemmen definitief tot elektrificatie van Kerkenbovenveen over te gaan. Tegelijk ging hij over tot gunning van de inmiddels gehouden onderhandse aanbesteding. Het
hoogspanningsnet werd gegund aan de NV Electron te Breda voor f 11.050. Van l. Prij te Kerkenveld werd een perceeltje grond van 70 m2 tegen een prijs van f 4 per m2 voor de bouw van een transformatorhuisje aan de
oostzijde van het Hoofddiep aangekocht. Naar dit huisje werd een hoogspanningskabel vanaf het trafohuisje aan de (nu) Reestweg in Drogteropslagen doorgetrokken. De aanleg van het bovengronds laagspanningsnet werd voor f 13.607 gegund aan de NV Nettenbouw te Amsterdam.
Het werk werd voortvarend uitgevoerd; op 15 januari 1932 stond er stroom op het net Kerkenveld.
Opzegging concessie Hoogeveen
Zodra de raad definitief tot elektrificatie van Kerkenveld had besloten, verzochten burgemeester en wethouders aan gedeputeerde staten de hiervoor aan de gemeente Hoogeveen verleende concessie te beëindigen. Hoogeveen ging hiermee niet voetstoots akkoord. Ook een aantal inwoners van Alteveer - K. Westerbeek en zeven anderen - wilden graag op het Hoogeveense net aangesloten blijven. De tegenstand mocht niet baten.
Gedeputeerde staten voelden zich aan de door hen voorwaardelijk (tot wederopzegging) verleende vergunning gebonden. Deze werd dan ook in die zin gewijzigd, dat hierin de buurtschap Kerkenbovenveen verviel en wel met
ingang van 15 januari 1932.
Als uitvloeisel hiervan nam Zuidwolde een stukje net van 200 m , lengte, negen huisaansluitingen met de meterborden en een straatlamp op de hoek van de Doodijk van de gemeente Hoogeveen over. De overnamesom
bedroeg f 216,40.
Dit overgenomen netgedeelte lag tussen de Oosterweg en de gemeentegrens met Hoogeveen. Deze grens liep in die tijd midden door de toenmalige bijzondere lagere school in Alteveer.
Hoe raadslid Broens zijn betrekking verloor
De elektriciteitsvoorziening van Kerkenveld kreeg voor het raadslid C. Broens uit Alteveer nog een opzienbarend staartje. Broens was in zijn dagelijks leven timmerman/aannemer en nam in die hoedanigheid deel aan de
aanbesteding van het trafohuisje te Kerkenveld. Hij was met f 890 de laagste inschrijver en hem werd het werk dan ook gegund. Met zijn deelname aan de aanbesteding handelde Broens als raadslid in strijd met de Gemeentewet. Om
iedere schijn van bevoordeling te vermijden mochten raadsleden krachtens die wet niet deelnemen aan aannemingen ten behoeve van de gemeente. Als straf hierop was een schorsing en vervallenverklaring van' het raadslidmaatschap
mogelijk. Broens dacht een dergelijke procedure nog te kunnen voorkomen door direct na de gunning van het werk ontslag als raadslid te .nemen. Maar deze handelwijze kon naar het oordeel van de gemeenteraad niet voorkomen
dat betrokkene in zijn betrekking als raadslid moest worden geschorst. Aldus geschiedde!
Na een hoorzitting van gedeputeerde staten werd Broens door dit college op 13 oktober 1931 van zijn lidmaatschap van de gemeenteraad van Zuidwolde vervallen verklaard. Als zijn opvolger in de raad werd de Kerkenvelder Hilco
Luppes benoemd.
Het Zandveld
In de raadsvergadering van 8 december 1931 werd besloten het net Kerkenveld uit te breiden met het Zandveld. Een paar maanden tevoren waren de bewoners van het Zandveld nog niet warm voor elektrificatie. De "lichtcommissie" ter plekke, en dan in het bijzonder haar lid Van den Hof, die ook raadslid was, spoorde deze buurtschap aan om voor
aansluiting te tekenen.
Ondanks het begrote exploitatietekort van f 194 op jaarbasis besloot de raad tot aanleg, aangezien een tiental bewoners zich nog niet had aangemeld. Na de voor het Zandveld positieve besluitvorming bracht raadslid Van den Hof
hulde aan het college van burgemeester en wethouders voor de spoedige afdoening en uitvoering van de plannen betreffende deze elektrificatie.
Slot
Na deze moeizame verwikkelingen was het oostelijk gedeelte van onze gemeente ook van elektriciteit voorzien. De heren Kremer uit Alteveer en Lubberink uit Kerkenveld zullen eind 1922 stellig niet hebben gedacht, dat het nog ruim negen jaren zou duren voor het zover zou zijn.