Venster van de Vrijheid

De bekendste verzetstrijders in de 2e Wereldoorlog

De bekendste verzetstrijders in de 2e Wereldoorlog

Albert (Bart) van Daatselaar

Het gezin Van Daatselaar woonde in de boerderij van Jan Haar. In een kippenhok achter deze boerderij zaten onderduikers. Toen hij op een avond van zijn werk naar huis ging en onraad bespeurde, waarschuwde hij de jongens.

Hijzelf werd later op de avond van zijn bed gelicht en men geloofde Jan Haar te hebben opgepakt. Toen men de vergissing bemerkte, werd Jan Haar alsnog van zijn bed gelicht. Bart van Daatselaar werd via Zuidwolde en Hoogeveen naar Amersfoort gebracht.

Naderhand werd hij overgebracht naar een kamp bij Hamburg, van waaruit het bericht kwam dat hij was omgekomen.


foto Albert van Daatselaar



Jan Leijssenaar

Jan Leijssenaar kwam pas laat bij het verzet.

Men had iemand nodig met meer dan gewone technische kennis en die van alle markten thuis was. Al snel werd Jan in de knokploeg Rieks opgenomen en in een treffen met de Duitsers werd hij door een schot in de hand gewond. Door 
toeval werd zijn naam bekend bij de landwacht en na huiszoeking, waar een revolver werd gevonden, kwam Jan uiteindelijk in de gevangenis van Assen terecht.

Pas later, toen de Duitsers in de gaten kregen dat hij deel uitmaakte van een knokploeg, werd hij zwaar verhoord en zou hij gefusilleerd worden. Vlak daarvoor werd hij door het verzet bij een overval op de gevangenis bevrijd, maar hij moest met zijn gezin onderduiken tot na de oorlog.

Jan Leijssenaar overleed in maart 1966 op 59 jarige leeftijd.


foto Jan Leijssenaar



Jacob Kats

Jacob Kats en zijn vrouw Johanna ter Steege hebben zich vooral in de laatste fase van de oorlog erg nuttig gemaakt voor het verzet.

In die periode werd het verzet ondergebracht in de militaire structuur van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en het echtpaar Kats stond toe dat in hun woning een commandopost kon worden ingericht.

Verzetslieden liepen af en aan, er kwamen wapens in huis en op het erf werden parachutes van wapendroppings begraven.

Deze situatie was vol risico's en tenslotte moest het gezin tot na de oorlog onderduiken om aan arrestatie te ontkomen.

Jacob Kats overleed in mei 1977.


foto Jacob Kats



Jan Haar

Jan Haar had een boerenbedrijf maar woonde nog bij zijn moeder in Kerkenveld.

In een kippenhok achter zijn boerderij zaten onderduikers en in zijn boerderij woonde het gezin Van Daatselaar.

Op de avond waarin de Landwacht Jan Haar gearresteerd dacht te hebben en Bart van Daatselaar meenam, is na het bemerken van de vergissing Jan Haar alsnog van zijn bed gelicht. Ook hij werd via Zuidwolde en Hoogeveen naar 
Amersfoort gebracht en werd later overgebracht naar een kamp bij Meppen, net over de grens bij Zwartemeer.

Via een medegevangene uit dat kamp, die na de oorlog reageerde op een oproep van de familie Haar werd bekend dat de sterke en gezonde Jan Haar na enkele maanden was bezweken ten gevolge van de beestachtige behandeling en het zware werk in het kamp.


foto Jan Haar



Hendrikus (Rieks) Zomer

Rieks Zomer kwam al snel met enkele anderen in het verzet terecht. Hij werd de leider van een knokploeg (KP), die bekend stond als KP Rieks.

De knokploeg hield zich ondermeer bezig met het onderbrengen van Joden en andere onderduikers, het bemachtigen van distributiebonnen voor hen, de opvang vanuit vliegtuigen gedropte wapens, munitie en personen, sabotage, enz.

Er werd van alles ondernomen wat aan de vijand schade kon toebrengen. Dat was zeer riskant, want spionage en verraad van Duitse en pro-Duitse zijde moest men niet onderschatten. Op een bepaald moment moest zelfs zijn gezin tot na de oorlog onderduiken en werd zijn boerderij door de Duitsers bezet.

Rieks overleed in 1970 op 57-jarige leeftijd.


foto Rieks Zomer

Zoeken (offcanvas)